Kleine zomerse wereld
Anja van der Poppe
De zomer is pas een paar dagen oud. De overbuurman lapt op dit vroege uur de ramen van zijn huis met een precisie en overgave alsof zijn leven ervan afhangt. Manlief komt bezweet terug van zijn ochtendlijke 5 km run. “Denk je dat vissen kunnen rouwen?” vraagt hij, nog wat nahijgend van zoveel inspanning. Onderweg was hij langs een sloot gekomen waarin hij een snoek
had zien drijven. Die is dood, had hij gedacht, maar nieuwsgierig geworden was hij toch even gaan kijken. Bij nadere inspectie bleek de drijvende snoek springlevend, maar precies onder de snoek lag op de bodem van de sloot een klein levenloos exemplaar. “Het leek wel of de snoek de wacht hield bij zijn dode vissenkind. Niet weg te krijgen van die plek, net zoals bij de olifanten in het Kruger, weet je nog wel?” Ja, en óf ik me dat herinner. Toen we in Zuid-Afrika woonden en vaak in ‘wildtuine’ te vinden waren, hadden we een keer zo’n rituele rouwceremonie van olifanten rond een overleden soortgenoot meegemaakt. Het had een diepe indruk nagelaten en me voorgoed van het idee afgeholpen, voor zover ik dat nog had, dat dieren geen, weinig of heel andere emoties kennen dan wij mensen. Ja maar natuurlijk rouwen vissen! Terwijl wij in onze kleine stadstuin ontbijten, blader ik de krant vluchtig door. Al dagenlang dezelfde ellendige headlines en koppen. Naast de oorlog in Gaza en met Iran draait nu alles even om de NAVO-top in Den Haag. 183 miljoen euro kost die onze schatkist. Voor wat? Om met alle NAVO-landen nog meer geld uit te gaan geven aan oorlogstuig. Wapens die ons moeten beschermen
tegen alle mogelijke vijanden, maar vooral de Rus. ‘Bewapen je of ga anders Russisch leren’, roeptoetert onze gewezen premier Mark Rutte die werkelijk alles van stal haalt om zijn gedroomde 5% voor defensie erdoor te krijgen. Om dat resultaat te bereiken is hij ook niet te beroerd om president Trump nog eens flink naar de mond te praten en/of dikke klodders stroop rond de mond te smeren. Diplomatiek heet dat, maar ik vind het hele schouwspel onverdraaglijk.
Ieder heeft zo zijn manier om met onverdraaglijke dingen in het leven om te gaan. De mijne is, zo weet ik uit ervaring, me terugtrekken in mijn eigen kleine wereld en daar het beste van proberen te maken. De grote buitenwereld maar even laten voor wat ‘ie is. Ik vind het niet fraai, deze resignatie, ben er allerminst trots op, zou veel meer maatschappelijk betrokken willen zijn, maar hoe houdt een mens het anders vol? Hoe doet u dat? Dus praat ik met manlief over vissen die kunnen rouwen, maak een lekker zomers ontbijtje klaar, complimenteer ik de buurman over zijn schoongewassen ramen en geniet ik met volle teugen van onze Suzanne-met-de-mooie ogen, die zo mooi in de tuin te knipogen staat. Wat een verleidelijke schoonheid!
Daarom nu niet al te veel woorden meer, maar bij wijze van zomergroet aan u allen een gedicht over zomernachten. Dat die zomernachten (en -dagen) voor ons allen maar mooi en ontspannend mogen zijn!
Zomernacht
Doe nu die gedachten dicht van je.
Denk nu eens liever niet na over morgen.
Kijk niet steeds weer die bosrand van gisteren
na, bramenplukker die je bent zoals vroeger
maar nu. Maak even geen onderscheid tussen
een wie en hoezo en de kans op anders.
Doe in je hoofd uit de lamp, hoor wat er is,
ademt en ritselt, kwaakt in de kikkers.
Leef met je lichaam van nachtwind de koelte.
Geeuw je een gat in het hart en proef het
zo rood al sap van bramen. Wees langzaam
door vogels gezongen het wordende licht.
C.O. Jellema
